- SorteervolgordeStandaard
Fototitel, A → Z
Fototitel, Z → A
Aanmaakdatum, nieuw → oud
Aanmaakdatum, oud → nieuw
✔ Plaatsingsdatum, nieuw → oud
Plaatsingsdatum, oud → nieuw
Bezoeken, hoog → laag
Bezoeken, laag → hoog
Startpagina / Label 1850-1900 16
- Leendert Jans Dekker (1836-1908) en Klaaske Klazes Neij (1838-1901)
De vader van Leendert Jans Dekker is landbouwer op het eiland Ameland (Hollum) en getrouwd met Trijntje Jans Brouwer. Na haar overlijden trouwt Jan Leenderts Dekker (1811-1888) met Antje Dirks de Groot en vervolgens met Jacobine Jans Bosch. Hij is de zoon van Leendert Gerrits die vermeld staat in het register van huisnummers uit 1810. Het huis, nummer 224, had zes ramen en vensters, waar belasting over betaald moest worden. Het gezin bestond op dat moment uit vijf personen. Zijn zoon Leendert en schoondochter Klaaske krijgen negen kinderen, allemaal meisjes (Trijntje, Antke, Antje, Klaaske, Jantje, Jacobina, Neeke, Klaaske en Geesje) Zowel in 1863 als in 1865 wordt een Antje in het gezin geboren. Op zich heel vreemd, maar overgrootmoeder Antje had bij de Burgerlijke Stand als Antke moeten worden aangegeven.. Aangezien er op het eiland Ameland voor meisjes weinig mogelijkheden zijn om werk te vinden, gaat overgrootmoeder Antje (Antke) samen met haar twee jaar jongere zusje Antje naar Amsterdam. Antje (Antke) gaat dienen in een onderwijzersgezin, maar waar haar zusje terecht komt is niet bekend. In ieder geval zullen hun ouders het fijn hebben gevonden dat zij samen naar de hoofdstad gaan. Zo kan overgrootmoeder Antje (Antke) haar zusje een beetje in het oog houden. Helaas overlijdt haar zusje al vrij snel na de overstap naar Amsterdam. Zij is maar 17 jaar oud geworden. - Tjedke Oekes Metz 24 juli 1837- 10 febr. 1909
Tjedke Oekes Metz, geboren te Buren 24-03-1837 overleden 1-07-1909. Die was gehuwd met Jan Pieter Boelens geb. 24 juli 1837, overleden 10-02-1891. Deze vrouw was al vroeg weduwe. Haar kinderen werden in de streek naar haar vernoemd. Tjette Pieter, Tjet Trien, Tjette Gerben. Verder was er nog een Tiemen, gehuwd met Rinsje Metz en een Christine ( Barrekiet) gehuwd met Wiebenga in Amsterdam. Tjedke Oekes Metz woonde bij de molen in Nes. Een gezin die wist wat armoede was. Haar oudste zoon Pieter, geboren 7 aug. 1873, was geboren met een afwijking aan zijn been en kon moeilijk lopen. Zo rond 1880 was er een van de eerste badgasten in de kost bij Tjedke en die was arts in het ziekenhuis van Utrecht. Hij zag de kreupele Pieter aan en dacht dat er wel wat aan gedaan kon worden maar dan moest hij een paar maanden worden opgenomen. Alleen moeder Tjedke kon de verpleegkosten niet dragen. De arts keek eens rond in haar kamer en zei;"als ik die mooie kast kan krijgen, dan zal ik zorgen dat Pieter een behandeling krijgt". Zo is gebeurd. Na een paar maanden kwam Pieter terug en ging de mooie kast naar Utrecht. Het vervolg was dat Pieter bleef slecht lopen maar hij had gelukkig een helder verstand. Hij werd klerk op het gemeentehuis en later had hij het depot van een fouragehandel. Tevens was hij molenaar en voerman bij de roeireddingsboot van Nes. Door Anne de Jong d.d. 3-2-2014 - Minne A. Kanger (1849-1901)
Minne A. Kanger (1849-1901). Meer gegevens over deze persoon zijn welkom! - Johanna L. Kanger (1853-1927)
Johanna L. Kanger (1853-1927). Meer gegevens over deze persoon zijn welkom! - Anna de Boer (1842-1918)
Anna de Boer (1842-1918) - Theunis Klazes van der Geest (1834-1907)
Theunis Klazes van der Geest (1834-1907) was getrouwd met Martje Thomas Roep. - Jan Eeuwes Visser 1805-1861, landbouwer, kastelein Eigenaar van Cafe De Swaon van 1848 tot 1861
Jan Eeuwes Visser 1805-1861, landbouwer, kastelein, eigenaar van Cafe De Zwaan van 1848 tot 1861. - Maaike Teun - zie opm.
De man rechts op de foto is Wybren de Boer, oftewel Maaie Wiel (1837-1911). In het midden van de foto zit zijn moeder Maaike Tiemans Boelhuis . Ze tekende met 'Boelles’ en is geboren op 11-06-1803 in Buren, dochter van Tymmen (Tymmen) Boelhuis en Lolkjen Jacobs Former. Zij is gedoopt op 11-06-1803 in Nes RK. Maaike is overleden op 04-03-1904 op Ameland, 100 jaar oud. Maaike trouwde, 23 jaar oud, op 15-06-1826 op Ameland met Teunis Wiebrand (Teunis) de Boer, 31 jaar oud. Teunis is overleden op 08-08-1839 in Buren, 44 jaar oud. Maaie Wiel, de man rechts op de foto, had vroeger de kinderverlamming. Dit was eigenlijk iets onbekends in die tijd. Daarom werd er ook wel gezegd dat hij in een put gevallen was, ze wisten toen nog niets af van kinderziektes. Maaie Wiel kreeg van de koningin die op Ameland was een kar, in verband met zijn invaliditeit. Een ezel trok deze kar. Iedere zondagochtend uit de kerk gingen veel mannen (voornamelijk vrijgezel) naar Anke Antje (van Pension Metz). Zij had een 'stille kroeg'. De ezel bleef altijd bij het hekje staan en de mannen namen een of twee borreltjes. De Leeuwarder Courant schreef over de honderdste verjaardag van Maaike in 1902 : Buren op Ameland. 11 Juni. Heden viert Maaike Boelens alhier haar 100sten verjaardag. Van de gebouwen wappert de driekleur wat een feestelijk aanzien geeft aan het anders zoo stille gehucht. Maar ook elke vlag is voorzeker een blijk van belangstelling en legt getuigenis af dat in ieders hart de wensch wordt gekoesterd , dat het oudje nog eenigen tijd (de laatste regel ontbreekt maar het laat zich raden wat daar heeft gestaan). In het midden op de foto staat Maaie Jaap (Jakob de Boer) dit is een broer van Maaie Wiel. Jaap is getrouwd met (Moeske) Grietje Oekes Metz weduwe van Martinus Metz, zeeman begraven in Rusland. Zij hadden geen kinderen. Grietje heeft de dochter van haar zus ‘geadopteerd’. Grietje haar zus was Johanna Oekes Metz en was bij het vierde kind overleden. Maaie Wiel en Maaie Jaap hadden ook nog een zus Maaie Trien, ze was getrouwd met Hendrik Molenaar uit Ballum. Ze hadden drie kinderen. Hun dochter Jantje trouwde met Pieter de Jong, en hun zoon Piet trouwde met Jeannete Boelens. Hun zoon was Piet, bekend als Pietepiet. Ook was er nog een broer, Maaie Teun. Maaie Teun was twee keer getrouwd. Zijn eerste vrouw was Jakoba Kooiker. Samen kregen ze een dochter Catharina (moeder van Toon van Klaas). Jakoba had zwangerschapsvergiftiging. Jakoba is toen in Franeker komen wonen en is daar overleden. Zijn tweede vrouw was Trientje Brouwer, ook wel ouwe Nien genoemd (verkleinnaam van Trien in die tijd). Zij kregen een dochter Johanna die trouwde later met Sip vd Klei en kregen 12 of 14 kinderen. Geheel links op de foto staat Douwe Molenaar. Hij is de oudste zoon van Gerbentje Former en Jan Molenaar. Hij was getrouwd met Rimkje de Jong (dochter van Dirk de jong en Gerbentje Metz). Eerst woonden ze in Nes, hij voer op de boot als machinist, aan het Vermanningspad. Jaren later gingen ze naar de wal, omdat Douwe een goede baan bij rijkswaterstaat kreeg. Daar woonden in Zaandam. Ze kregen vijf kinderen: Gerbentje (genoemd Eppie)- Theo-Jan-Gerbentje (genoemd Gerda) In Buren ligt nog het Maaie hiem. Aan de Esther Meindertsstraat. Bij het Maaiehiem hoorde een dijkje, het Maaie waltje. Deze is afgegraven. Doel daarvan was om Buren te beschermen tegen het water. Dijken bestonden nog niet en Buren was een stuk kleiner dan tegenwoordig. - Henderika Zwart (1843-1929)
Op deze foto staat de Nesser vrouw Henderika Zwart in klederdracht. - Eduard Douwes Dekker (1820-1887)
Op deze foto zien we de bekende Nederlandse schrijver Eduard Douwes Dekker, beter bekend onder zijn pseudoniem Multatuli. Hij was een zoon van de Amelandse Sietske Klein uit Hollum. - Jan Douwes Dekker
Jan Douwes Dekker was de broer van de bekende schrijver Multatuli (Eduard Douwes Dekker). Zij waren zoons van de Amelander Sietske Klein. - Gedicht over stranding schip Fides bij Ameland in 1852 3
De wodkakruiken komen uit een zeilschip genaamd ‘Fides’ dat, zo ik begrijp, handelswaar vervoerde tussen Engeland en Denemarken. De kapitein heette J.E. Krag. En het verging op Ameland in het jaar 1852. In het gedicht blijkt dat toen nogal vrijelijk werd omgesprongen met het gevonden materiaal. Het is wel grappig opgetekend door de schrijver. - Gedicht over stranding schip Fides bij Ameland in 1852
De wodkakruiken komen uit een zeilschip genaamd ‘Fides’ dat, zo ik begrijp, handelswaar vervoerde tussen Engeland en Denemarken. De kapitein heette J.E. Krag. En het verging op Ameland in het jaar 1852. In het gedicht blijkt dat toen nogal vrijelijk werd omgesprongen met het gevonden materiaal. Het is wel grappig opgetekend door de schrijver. - Gedicht over stranding schip Fides bij Ameland in 1852 2
De wodkakruiken komen uit een zeilschip genaamd ‘Fides’ dat, zo ik begrijp, handelswaar vervoerde tussen Engeland en Denemarken. De kapitein heette J.E. Krag. En het verging op Ameland in het jaar 1852. In het gedicht blijkt dat toen nogal vrijelijk werd omgesprongen met het gevonden materiaal. Het is wel grappig opgetekend door de schrijver. - Gedicht over stranding schip Fides bij Ameland in 1852 4
De wodkakruiken komen uit een zeilschip genaamd ‘Fides’ dat, zo ik begrijp, handelswaar vervoerde tussen Engeland en Denemarken. De kapitein heette J.E. Krag. En het verging op Ameland in het jaar 1852. In het gedicht blijkt dat toen nogal vrijelijk werd omgesprongen met het gevonden materiaal. Het is wel grappig opgetekend door de schrijver.